Middelbare scholieren die kinderbijslag van niveau A ontvangen, d.w.z. uit gezinnen met het laagste inkomen, zullen recht hebben op een jaarlijkse steun van 1.045 euro, vertelde de minister van Onderwijs, Wetenschap en Innovatie, Fernando Alexandre, aan journalisten aan het einde van de ceremonie waarbij het nieuwe sociale actiemodel voor het hoger onderwijs werd gepresenteerd.

Dit is een van de wijzigingen in het voorstel dat eerder deze maand werd voorgelegd aan rectoren, voorzitters van polytechnische scholen en studenten, dat voorzag in de automatische toekenning van steun aan de armste studenten, maar alleen in het eerste jaar van hun opleiding.

"Stimuleringsbeurs

Het idee is om een "stimuleringsbeurs" te creëren zodat de meest kansarmen blijven studeren en "niet opgeven om eerder te gaan werken", zei Fernando Alexandre, met het argument dat "de context waarin iemand geboren wordt niet mag bepalen wat iemand in de toekomst kan doen" en daarom ontwierp zijn team een model dat "gelijke kansen bevordert bij de toegang tot het hoger onderwijs".

Het ministerie schat dat er ongeveer vijf miljoen euro wordt uitgegeven aan de extra ondersteuning voor undergraduate-, geïntegreerde master- en TeSP-studenten gedurende de drie jaar van de opleiding.

Daarnaast kunnen deze studenten een aanvraag indienen voor de traditionele studiebeurs, waarvan de regels worden veranderd in een model dat "eerlijker is omdat het meer differentieert naargelang de economische situatie van de studenten en de plaats waar ze studeren", aldus staatssecretaris voor Hoger Onderwijs Cláudia Sarrico.

De staatssecretaris wil dat de nieuwe formule voor het berekenen van de studiebeurs rekening houdt met de "werkelijke kosten" van studeren, die variëren afhankelijk van de gemeente waar de student studeert, maar ook of de student ontheemd is of niet en wat het gezinsinkomen is.

Volgens Fernando Alexandre zal er een "significant verschil zijn tussen studenten die wonen in het gebied waar ze studeren en degenen die ontheemd zijn" en zou de maximale beurs €8.177 per jaar moeten zijn.

Deze beurs zal nu alle bestaande steun omvatten, zoals collegegeld, eten, vervoer en verblijfskosten.

Het ministerie wil € 3.117 toekennen aan een financieel minder bevoorrechte student die in Lissabon woont en € 8.177 aan een student in een vergelijkbare financiële situatie die een kamer moet betalen omdat hij of zij verplaatst is om in Lissabon te studeren, volgens de cijfers die de staatssecretaris vandaag presenteerde.

Altijd gebaseerd op hetzelfde gezinsinkomen, toonde Cláudia Sarrico een ander voorbeeld waarin een student die in Lissabon woont wordt vergeleken met een andere student in Portalegre, waarbij de laatste €4.977 ontvangt, bijna €3.000 minder dan de student die in de hoofdstad studeert.

Fernando Alexandre legde aan journalisten uit dat de maximumbedragen die kunnen worden toegekend al zijn berekend - ongeveer €8.000 voor studenten die onder de armoedegrens leven en in Lissabon studeren - maar dat de resterende bedragen afhangen van het budget dat het Ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Technologie en Innovatie (MECI) beschikbaar zal hebben.

Het is de bedoeling dat de nieuwe regels in het volgende academische jaar van kracht worden en de minister garandeerde dat geen van de studenten die al hoger onderwijs volgen de waarde van de reeds vastgestelde beurzen zal zien dalen.

Cláudia Sarrico benadrukte ook dat alle vandaag gepresenteerde amendementen de wettelijk voorziene speciale situaties handhaven, zoals het geval van studenten met een handicap gelijk aan of groter dan 60%.

De nieuwe regels voor studiebeurzen die vandaag zijn gepresenteerd, zullen nog worden besproken met andere politieke partijen en vervolgens worden gepubliceerd in een decreet.