Zijn leven werd gekenmerkt door een diepgaande toewijding aan het dienen van de minderbedeelden door middel van onderwijs, een visie die gedurende zijn 92 jaar op zowel immense steun als aanzienlijke tegenstand stuitte.

Joseph Calasanz werd geboren in een adellijke familie en kreeg een uitgebreide opleiding, waaronder een universitaire opleiding in canoniek recht en theologie. Hij behaalde een Doctor in de Rechten aan de Universiteit van Lleida. Ondanks de aanvankelijke wens van zijn familie dat hij zou trouwen en de familielijn zou voortzetten, voelde hij een sterke roeping tot het priesterschap - een weg die hij vervolgde nadat een ernstige ziekte in 1582 zijn vader tot inkeer bracht. Op 17 december 1583 werd hij tot priester gewijd. Negen jaar lang bekleedde hij verschillende kerkelijke functies in Spanje, waaronder theoloog, biechtvader en vicaris-generaal.

In 1592, op 35-jarige leeftijd, verhuisde Calasanz naar Rome, aanvankelijk om zijn kerkelijke carrière te bevorderen. Hij werd echter diep geraakt door de benarde situatie van de vele verwaarloosde en dakloze kinderen in de stad, vooral door hun gebrek aan onderwijs.

Hij sloot zich aan bij de Broederschap van de Christelijke Leer en probeerde deze kinderen in bestaande scholen in te schrijven, maar stuitte op weerstand van leraren die geen extra leerlingen wilden aannemen zonder salaris. Deze ervaring verstevigde zijn vastberadenheid om de armen onderwijs te bieden.